Mariëndaal is een van rijkswege beschermde historische buitenplaats in Gelders Arcadië gelegen tussen Oosterbeek en Arnhem. Het behoort grotendeels tot de gemeente Arnhem; het westelijk deel (met het hoofdgebouw) ligt in de gemeente Renkum. Mariëndaal maakt deel uit van de landgoederengroep Mariënborn die in bezit is van de stichting Het Gelders landschap en Gelderse Kasteelen (GLGK).
Door het gebied loopt de Klingelbeek of Slijpbeek. Het dal van deze beek is door erosie uit de Arnhemse stuwwal geslepen. In het hoger gelegen deel van dit dal stelde Wijnand van Arnhem grond ter beschikking waarop in 1392 het Augustijnenklooster Domus Fontis Beatae Mariae werd gesticht. In het Nederlands heette dit klooster eerst Mariënborn en later Mariëndaal.
In 1580, tijdens de reformatie, werd dit klooster opgeheven om tussen 1587 en 1607 te worden gesloopt. De stenen zijn hergebruikt om de lanen in het landgoed te verharden en in diverse bouwwerken in Arnhem.
Tijdens de ijstijden zijn in dit gebied lange, smalle erosiedalen ontstaan. Deze zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar.
De “Groene bedstee” is een fraaie berceau van haagbeuk die in 1856 op dit park in Engelse landschapsstijl werd aangelegd. Van iets eerder dateren de beukenlanen die tussen 1820 en 1840 tussen weilanden werden aangelegd. De Klingelbeek of Slijpbeek is een spreng die via een aantal aangelegde vijvers het landgoed verlaat.
Op een kunstmatige heuvel ligt een zwaar verwaarloosde kapel, de Christuskoepel. Deze is in 1939 gebouwd door de architect Alexander Kropholler; de beelden zijn van Mari Andriessen.
Het landgoed wordt doorkruist door de spoorlijn Utrecht-Arnhem. In het noorden en westen wordt Mariëndaal begrensd door de Schelmseweg. De akkers ten zuiden van de Utrechtseweg, totaan de Prins Bernhardweg, behoren ook tot het landgoed. Aan de oostzijde eindigt Mariëndaal tegen een strook met hoogspanningsmasten, waar later mogelijk de Westtangent wordt aangelegd.