Voor de potgrond voor onze plantjes in tuin en op balkon worden kostbare veengebieden afgegraven. Kan dat ook anders?

Het belangrijkste bestanddeel van potgrond is natuur. Soms wel 90%. Hele bijzondere natuur zelfs: veenlandschap. Veenlandschap dat met zo’n één millimeter per jaar aangroeit, zich over tienduizenden jaren heeft ontwikkeld en bijzondere flora en fauna herbergt. Het wordt met hectaren tegelijk afgegraven voor potgrond. Een veengebied dat na afgraving aan haar lot wordt overgelaten komt moeilijk weer tot leven. Om veen af te kunnen graven moet het gebied ontwaterd zijn. Als het water niet teruggebracht wordt in het gebied, dan kan de oorspronkelijke natuur helemaal niet terugkomen.

Perfecte basis

Veen is ideaal voor potgrond. Het heeft de juiste structuur en is verder zo zuur dat de potgrondproducent door middel van toevoeging van kalk er de perfecte pH-waarde van kan maken. Bovendien kan elke gewenste voedingsstof toegevoegd worden.

Uit het buitenland

Volgens een rapport van de Universiteit van Wageningen uit 2011 importeerden Nederlandse potgrondproducenten 4,2 miljoen kubieke meter veen per jaar uit Duitsland, de Baltische Staten en Ierland. Eén derde wordt gebruikt door kwekers, één derde is voor de consument en één derde voor de export. In de tijd dat veen in zwang kwam als basis voor potgrond, na 1950, had Nederland het meeste veen al afgestoken om te gebruiken als brandstof. In de jaren tachtig is het veenwinning in Nederland gestopt en weken de potgrondfabrikanten uit naar andere veengebieden.

Beschermende regels

Engeland en Ierland beschermen inmiddels de veengebieden die over zijn. De meeste veen die tegenwoordig verwerkt wordt in de potgrond komt uit Duitsland en vooral uit de Baltische staten. Het rapport uit 2011 stelt dat ook in die Baltische Staten tegenwoordig regels gelden, maar dat toezicht op die regels nog wel eens uitblijft. En ook dat veel van de gebieden waar nu veen gewonnen wordt voor de Nederlandse markt voormalig biodiverse gebieden zijn. Gebieden die volgens huidige regels eigenlijk beschermd hadden moeten worden.

Keurmerk

Inmiddels zijn er beschermende regels. Van overheidswege, maar ook vanuit de potgrondfabrikanten en kwekers. Het keurmerk voor potgrond Responsibly Produced Peat (RHP), dat overigens wordt gefinancierd door de tuindersbranche zelf, ziet erop toe dat de hele keten van potgrond verantwoord is.

In RHP-gecertificeerde potgrond mogen geen bestrijdingsmiddelen zitten, geen ziekteverwerkers en geen gif. Bovendien moet er zorgvuldig omgesprongen worden met de veengebieden die afgegraven worden. Het veen mag niet uit een beschermd gebied komen, en de gebieden waar het wel uitkomt moeten met zorg worden achtergelaten.

Het keurmerk moet producenten helpen om zorgvuldig om te gaan met veen, en klanten houvast bieden. De uitgeputte gebieden moeten bijvoorbeeld omgevormd worden tot landbouwgrond (zoals in Nederland veel gebeurd is) of weer in staat gebracht worden om natuur te ontwikkelen.

Alternatief

Maar waarom niet een alternatief vinden voor veen en de natuurgebieden in tact laten? Dan blijft alle CO2 die door de veenextractie vrij komt gewoon opgeborgen in al die dode plantenlagen dat veen in feite is. Potgrondmerk ECOstyle gebruikt gecomposteerde kokosvezel als basis ingrediënt van hun potgrond. “Turf heeft de eigenschap dat het geen vocht meer opneemt als het ooit is uitgedroogd,” zegt Wim Lok van ECOstyle. “De kokosvezel blijft wel vocht opnemen. Bovendien hoef je de planten zo’n 50% minder water te geven omdat de kokosvezel beter water vasthoudt.”

In de potgrond van Bio-Kultura zit 20% veen. Bio-Kultura gebruikt veenmos, de bovenste laag van veen. “Veen is een mooi product, maar er wordt ergens anders natuur weggehaald voor onze plantjes. Ecologisch gezien klopt daar niks van,” zegt Mathijs van Houtum, werkzaam bij het familiebedrijf. “We moeten veel meer met compost werken.” In Bio-Kultura zit onder meer mestcompost, boomschorscompost, kokosvezel, algen en zeewieren. Bio-Kultura is nu een potgrond aan het ontwikkelen zonder veen en hoopt het volgend jaar op de markt te hebben.

Kies met je portomonnee

Welke potgrond deugt? De wereld zou mooier blijven als al het veen blijft zitten waar het zit. Zoek naar potgrond met een laag percentage veen en op zijn minst het RHP-keurmerk. Sommige potgrondproducenten zijn heel transparant over waar ze hun veen vandaan halen. Plagron beschrijft op hun website keurig uit welke veengebieden in Estland ze hun basisingrediënt halen. Producten van Plagron zijn in diverse winkels in Arnhem te koop. Potgrond van ECOstyle is te koop in Intratuin Presikhaaf en potgrond van Bio-Kultura in Estafette.

Hergebruiken

Heeft je geranium de winter weer niet overleefd? Niet de dode plant met pot en grond en al wegkieperen, maar hergebruiken die aarde! Schud de kluit uit, en meng de (vaak uitgedroogde) grond met nieuwe potgrond. De oude potgrond in de tuin gooien kan ook. Of beter nog: meng die oude potgrond met je eigen compost en zorg er zo voor dat het nog betere potgrond wordt voor je nieuwe plantjes.

Zelf potgrond maken

De recepten die op internet zwerven voor het zelf maken van compost hebben vaak nog veen als ingrediënt. Een goede optie is om één deel aarde (uit park of tuin, liefst arme grond wat je voegt nog compost toe) te mengen met één deel perliet of vermiculiet, lava of puimsteen (materiaal met een grove en open structuur, zodat wortels zich goed kunnen ontwikkelen) en twee delen compost. Compost zorgt voor de voedingsstoffen. Lastig van compost is dat het moeilijk te bepalen is hoeveel en welke voeding erin zit. En te veel voeding is niet goed voor planten. Zelf compost maken duurt lang (maar een stuk minder lang dan 1 mm per jaar!) en is niet moeilijk. Met bijvoorbeeld een balkonton of een ouderwetse composthoop in de tuin heb je zo een hoopje verse vruchtbare aarde.

Dit bericht is een bewerking van een artikel op Oneworld.nl.