De oppervlakte van zonnepanelen in Nederland groeit momenteel met maar liefst 30 à 40% per jaar. Fantastisch nieuws. De vele plannen voor grootschalige zonneparken in het buitengebied geven echter ook reden tot zorg. Ontwikkelaars struinen inmiddels heel Gelderland af op zoek naar grondposities en snelle winst. Omwonenden en landschap komen daarbij op de tweede plaats. Zo dreigde bij Kerk-Avezaath al bijna een karakteristieke boomgaard te worden omgekapt. De Gelderse natuur en milieu Federatie pleit voor goede gemeentelijk beleidskaders én een provinciaal Masterplan Zon, waarmee deze snelle groei van zon gezamenlijk in goede banen geleid wordt.

Gemeenten overspoeld met verzoeken

De meest recente najaarsronde voor de subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) kende ruim 4300 aanvragen, verreweg de meeste voor zonnevelden. Enerzijds mooi, want het klimaatprobleem is urgent en vraagt om haast. Tegelijkertijd is er ook reden tot zorg: binnen- en buitenlandse projectontwikkelaars hebben de markt voor grote zonneparken ontdekt en zijn bezig met een ‘ratrace’ om grondposities en SDE-subsidietoezeggingen te verkrijgen. Grondeigenaren, meestal boeren, krijgen van verschillende kanten lucratief ogende optiecontracten aangeboden. Bij de gemeenten stromen de verzoeken binnen. Ze zijn daar vaak blij mee want het helpt hen om hun duurzame energie-opgave mee in te vullen. Maar daken en industrieterreinen blijven achter, terwijl we daar eigenlijk mee zouden moeten beginnen. Dat heeft niet alleen te maken met duurzaam ruimtegebruik, maar ook met de vraag: waar wordt de meeste energie verbruikt?

Subsidiepot wordt leeggetrokken

Voor veel marktpartijen zijn niet het landschap en de leefomgeving bepalend, maar de nabijheid van een transformatorstation voor aansluiting op het net. Dit drukt de investeringskosten aanzienlijk, handig want voor het verkrijgen van de SDE-subsidie is de laagste prijs bepalend. De combinatie van een aantrekkende markt en landelijke subsidieregelingen zorgen op deze manier voor ‘cowboygedrag’ binnen de zonnesector. Projectinitiatieven volgen elkaar in hoog tempo op en veel plannen worden pas in een laat stadium zichtbaar voor de omgeving. Sommige plannen worden, ondanks het toekennen van subsidie, helemaal niet gerealiseerd. Projectfinancieringen blijken door goudkoorts onder ontwikkelaars namelijk vaak ondoordacht en onvoldoende. Deze projectinitiatieven trekken wel de subsidiepot leeg en daardoor gaan deze aanvragen ten koste van de kleinere, meer lokaal georganiseerde initiatieven.

Randvoorwaarden opstellen

Verschillende gemeenten zijn gelukkig wel al bezig met het opstellen van ruimtelijke kaders voor zonneparken. Een goede eerste stap om wildgroei te voorkomen. Ook de provincie heeft een ruimtelijk beleid, maar dat is nu nog zeer vrijblijvend. De GNMF pleit daarom voor voorrang voor het plaatsen op daken, voor zorgvuldige locatiekeuze bij zonnevelden en voor goede participatie van de omgeving, zowel in het proces als ook financieel. Bijvoorbeeld met een fonds voor landschapsversterking en waar mogelijk met deelname van een energiecoöperatie, waarbij de opbrengsten ten goede komen aan de lokale gemeenschap. De realiteit is dat nu van deze randvoorwaarden nog nauwelijks sprake is. De parallel met windenergie dient zich aan, met name in Noordoost-Nederland zijn omvangrijke bewonersprotesten al een feit. Tijd dus voor een wake-up call.

Samenwerking is nodig

Voor zowel gemeenten als provincie is het zaak snel goede en concrete ruimtelijke kaders op te stellen. Voor omwonenden dienen de participatiemogelijkheden zowel bij de planvorming als exploitatie van begin af aan beter te worden geborgd. Ook voor de natuur- en milieuorganisaties ligt hier een uitdagende opgave. Een eigen visie op een goede locatiekeuze en inpassing, bij voorkeur in samenwerking met terreinbeherende natuurorganisaties, de agrarische sector en andere grondgebruikers, is nodig. Het voor de hand liggende standpunt “Nee, leg eerst alle daken maar vol”, is een te gemakkelijk antwoord op de huidige ontwikkelingen. Want al snel zal blijken dat we er daarmee niet komen. De opgave is immers immens. Wij zien zéker ook veel mogelijkheden in het buitengebied, kansen voor goede inpassing, combinaties met natuur- en landschapsbelangen en mogelijkheden voor lokale energiecoöperaties.

Provinciaal Masterplan Zon

We zijn als Gelderse Natuur en Milieufederatie inmiddels op verschillende plekken actief betrokken bij het vraagstuk van ruimtelijke inpassing van duurzame energie (zon en wind). Gemeenten kunnen een beroep op ons doen om met behulp van een goed opgezet participatieproces te komen tot (regionale) energiestrategieën en goede beleidskaders voor de inpassing van duurzame energieproductie. Samen met onze collega-organisaties uit de andere provincies hebben we hiervoor criteria opgesteld. Op provinciaal niveau pleiten we voor een Masterplan Zon waarin versnelling van duurzame opwekking, ruimtelijke regie en participatie hand en hand gaan. De komende tijd zullen we als een van de oprichters van het Gelders Energie Akkoord met de provincie, de zonnesector en andere organisaties het gesprek aangaan.

De GNMF heeft een notitie opgesteld voor gemeenten die helpt bij het opstellen van beleid en criteria voor zonnevelden.
https://www.gnmf.nl/nieuws/dreigende-wildgroei-zonneparken-vraagt-regie